Weggegooid vet blijft het rioleringsstelsel teisteren

Officieel mogen alleen de drie p’s door het toilet worden gespoeld: poep, pies en (wc)papier. Maar hoeveel campagnes dat ook onder de aandacht willen brengen, de boodschap lijkt niet aan te komen. Vet en ander afval worden vrolijk doorgespoeld. Het gevolg: in onze riolering klontert een enorme vetlaag vast, afgetopt met vochtige doekjes, maandverband en tot voor kort zelfs mondkapjes. En na verloop van tijd raken riolen en pompputten verstopt, of lopen zelfs zuiveringsinstallaties vast. Dat kost kapitalen, levert veel overlast op en bezorgt de gemeenten hoofdbrekens. In onder meer Arnhem en Zoetermeer pakken ze het probleem succesvol aan met een biologisch product.

In 2021 verstopte een massieve fatberg (een samentrekking van fat en iceberg) met het gewicht van een kleine bungalow een Londens riool. Het gevaarte was een samenklontering van door het riool gespoeld vet, natte doekjes en luiers. Het kostte twee weken om het met hogedrukreinigers, handgereedschap en brute kracht te verwijderen. En het was lang niet de eerste fatberg in Londen en omstreken. In oktober 2020 werd er één ter grootte van een olifant aangepakt, in 2019 verwijderde waterbedrijf Thames Waters 140 ton aan fatbergs die verspreid waren over diverse riolen. DE kroon werd gespannen. Het waterbedrijf zei in 2019 dat het jaarlijks 750.000 verstoppingen oplost in Londen en de Thames Valley. Kosten: zo’n 18 miljoen pond. Met hun campagne ‘Bin in, don’t block it’ (gooi het weg, blokkeer het niet) probeert het bedrijf mensen bewust te maken van wat er wel, en vooral van wat er niet door het toilet gespoeld mag worden.

Riool als afvalbak

Fatbergs ter grootte van die in Engeland vind je in Nederland niet, maar ook hier zorgt het doorspoelen van vet (maar ook natte doekjes en bijvoorbeeld maandverband) door het toilet, de gootsteen of het afvoerputje vaak voor grote verstoppingen. Dat drukt zwaar op het budget van gemeenten, die steeds vaker met groot materieel moeten uitrukken om de verstopping op te lossen. Regulier onderhoud – eens in de twaalf jaar reiniging en inspectie – zou normaliter moeten volstaan, maar in de praktijk moet er soms dagelijks actie worden ondernomen. Vooral het vet van horeca en hoogbouw vormen een groot aandeel in het probleem, en bij hoogbouw is de bron lastig te achterhalen. Handhaving en sancties zijn dus lastig, terwijl juist bij de bron de meeste winst is te boeken. Zo is een situatie ontstaan waarin de waterzuivering in Nederland aan de ene kant steeds beter wordt, terwijl aan de andere kant het water net zo hard wordt vervuild door het riool als afvalbak te gebruiken.

Hardnekkig probleem

Zowel landelijk als lokaal worden met grote regelmaat campagnes gevoerd om ervoor te zorgen dat het riool niet onnodig vervuild raakt.  Stichting RIONED heeft bijvoorbeeld een set met vrij te gebruiken campagnemateriaal ontwikkeld waarop staat wat er niet door het riool mag worden gespoeld en waarom niet. Vet is een van de onderwerpen, naast medicijnen, verf en natte doekjes. Vooralsnog scoren ze weinig effect. Volgens Melis van den Berg, toezichthouder dagelijks onderhoud riolering in Arnhem, is het in zijn gemeente echt wel geprobeerd, bedrijven en particulieren aanspreken op hun gedrag. Via flyers, via berichten in de krant. Het effect was echter minimaal. “We kunnen vrij precies zien in welke wijken veel vet is doorgespoeld,” zegt hij. “Het zijn een paar wijken met veel hoogbouw. Maar als je mensen erop aanspreekt, wijzen ze altijd naar de buurman. Ze zien niet dat ze uiteindelijk zelf meebetalen door middel van de rioolheffing.” Gerrit Zeilstra, in Zoetermeer onder andere beheerder van de riolering, herkent dat. “Het probleem is hardnekkig, er zijn te veel bewoners die te gemakkelijk de frituurpan even leeggooien in de wc. Rond oud & nieuw plaatsen we altijd een stuk in de krant over het verantwoord weggooien van vet, maar we willen inwoners vaker gaan informeren. En in meerdere talen. We lossen nu als gemeente een probleem op dat makkelijk voorkomen had kunnen worden.”

Steeds vaker uitrukken

Beide gemeenten hadden tot een jaar of acht geleden aan de lopende band te maken met meldingen van verstoppingen. Inwoners van Arnhem, vooral in wijken met veel hoogbouw, trokken steeds vaker aan de bel over water dat omhoog borrelde, gootstenen en toiletten die niet meer doorliepen. Vervolgens was het een kwestie van snel actie ondernemen, zodat er geen ernstigere problemen ontstonden. Van den Berg: “Gewoon reinigen met waterdruk was lang niet altijd voldoende, regelmatig moesten de betonachtige klonten vet worden weg gefreesd. Dat is oppassen, want daarbij worden kettingen tegen de rioolwanden aangeslagen die het vet losslaan. Zo kunnen al snel beschadigingen ontstaan. Frezen met een robot was een alternatief, maar veel duurder.” Het veelvuldig uitrukken van het groot materieel zorgde bovendien voor een te grote belasting van de wegen waarover de wagens reden. Al met al een kostenpost van tienduizenden euro’s per jaar. De bewoners ondervonden bovendien verkeershinder en soms stankoverlast. In Zoetermeer werden de verstoppingen gesignaleerd via een sensor in de pompput, waarna automatisch een telefoontje richting storingsdienst ging. Ook hier was het in de buurt van flats regelmatig bingo. Zeker bij een grotere verstopping was het een behoorlijke operatie die weg te krijgen. Zeilstra: “Pompputten raakten verstikt in het vet. Als we er aankwamen met de wagen troffen we één grote vetophoping aan, met daarin ook nog eens vochtige doekjes. Met het afzuigen van de vetlaag en het schoonmaken van de pomp waren we zo een halve dag bezig. Vaak moesten we het vet wegfrezen. Dat kostte al snel rond de 1500, 2000 euro, en soms moest het dagelijks. Er was een tijd dat je er echt hele pakken boter uitbikte.”

Biologische aanpak

Omdat preventie bij de bron niet op gang kwam, gingen beide gemeentes op zoek naar een andere manier om het vetprobleem aan te pakken. Via via kwamen ze terecht bij een systematische biologische aanpak, die het vet zou oplossen voor het de kans kreeg een laag te vormen in het rioleringssysteem. “In het begin was ik sceptisch,” zegt Van den Berg. “Eerst zien dan geloven.” Ook voor Zeilstra was het een experiment, maar alles was beter dan de chemische oplossingen die op de markt waren. “Het komt wel allemaal in het afvalwater en de zuiveringsinstallaties.” In de nieuwe aanpak staat een onschadelijk biologisch polymeer in ellipsvorm centraal, de BioPop, die vetafbrekende bacteriën bevat. Eenmaal aangebracht in het rioolwater komen die bacteriën continu vrij en hechten zich aan de wanden van riool of gemaal. Vervolgens breken ze daar vetlagen af. Het werd in beide steden aangebracht op een aantal probleemplekken. In Arnhem in de hoofdriolering in een aantal wijken, in Zoetermeer in een aantal pompputten en het hoofdriool. Vervolgens werd er gemonitord wat de effecten waren. Het was al snel duidelijk dat het werkte.

Waterschappen zijn jaarlijks enkele miljoenen euro’s kwijt aan het zuiveren en afvoeren van (oliebollen)vet, becijferde de Unie van Waterschappen. Extra zonde omdat er, als het vet wel wordt ingeleverd, biobrandstof van kan worden gemaakt. De inwoners betalen de vervuiling uiteindelijk overigens zelf via de waterschapsbelasting.

Doekjes blijven een probleem

Van den Berg: “Het bedrijf dat de BioPop levert, neemt ook de monitoring voor zijn rekening, compleet met een maandelijkse rapportage. We weten steeds precies waar de knelpunten zitten. En we hoeven op de plaatsen waar ze zijn geplaatst nog hooguit vier keer per jaar te ontstoppen. Ook in het gemaal is het positieve effect merkbaar. Ik schat dat we jaarlijks 10.000 euro besparen.” Ook in Zoetermeer is men meer dan tevreden. Zeilstra: ”Ik denk dat we 40-50.000 euro per jaar besparen, bovendien is er een stuk minder overlast voor inwoners. De verkeershinder van die grote wagens is bijna verdwenen, en ze hoeven niet op te letten of het deksel wel op hun wc zit als we aan het werk zijn.” Wat overigens blijft, is het probleem van doorgespoelde natte doekjes. Daar hebben beide gemeenten nog geen oplossing voor gevonden. Van den Berg: “Vooral in gezinnen met jonge kinderen zie je dat ze die doekjes door de wc spoelen. Volgens de informatie van de fabrikant kan dat, maar wij hebben er veel last van.” Zeilstra beaamt dat. “De riolering hier heeft een kleine diameter, 200 tot 300 millimeter. Dan heb je bij oneigenlijk gebruik al snel een verstopping. Dat er weinig vetafzetting meer is scheelt heel veel, maar er is nog winst te boeken. ”

De beroemdste fatberg is het Whitechapel Monster – 130 ton zwaar en 250 meter lang. De enorme berg samengeklonterd vet, luiers, maandverband en meer viezigheid werd in september 2017 ontdekt. Het duurde 13 weken om hem te verwijderen. Het monster was inspiratie voor een musical en een documentaire, en voor de mensen die de smerige opruimklus hadden geklaard kwam er een monument in de vorm van een special edition deksel op een mangat. Een brok van de berg is bovendien sinds februari 2018 te zien in het Museum op London. Het is in de collectie opgenomen omdat het zo fascinerend en smerig is, aldus de curator. “Dit monster leeft in onze riolen, een plek waar we nooit komen maar waarvan we allemaal afhankelijk zijn. We hebben het zelf gecreëerd, maar weten niet precies waar het van gemaakt is.”

Tekst: Esther Krijgsman, Vakblad Riolering, maart 2022 (jaargang 27)